Je paard kan vlot op jouw vraag enkele passen achterwaarts bewegen. Hij beweegt in een mooie diagonale tweetakt en houdt zijn hoofd ter hoogte van zijn schoft. Zijn achterwaarts is recht en rustig. Hij buigt in zijn achterhand.

Je gebruikt de beweging achterwaarts om spieren op te bouwen.

Later in je training heb je deze beweging ook nodig voor:

• halthouden
• voorhand verplaatsen
• neerwaartse overgangen
• ondersteunende hulpen wanneer je paard voorwaarts valt in het aanleren van een oefening
• halve ophouding (meer gewicht op achterhand dragen)

Je paard kan op jouw vraag zijn achterbeen van jou weg en naar jou toe verplaatsen. Hij lift zijn been rustig op en plaats dit ook rustig neer. In de intentie van jouw vraag kan je de stap groter of kleiner maken.

Als je wil kan je je paard zijn achterbeen voor zijn ander achterbeen laten kruisen.

Je kan je paard zijn been een beetje opzij laten plaatsen en dit ook terug laten komen.

Je paard kan zijn voorhand verplaatsen door zijn gewicht naar achteren toe te shiften.

Hij verplaatst rustig been per been zolang jij je vraag blijft stellen.

Hij zet een even grote stap onder zijn lichaam als naast zijn lichaam.

Zijn achterbenen nemen het gewicht van de voorhand over.

Indien je meer als twee stappen de voorhand wil verplaatsen bewegen de achterbenen rustig mee.

Je kan kiezen of je paard een neutrale stelling heeft of een linker- of rechterstelling. De stelling kan mee in de richting dat de voorhand beweegt of in de richting waar de voorhand vertrekt.

• Mee in de richting dat de voorhand beweegt: dan gebruik je de voorhand om je paard te wenden en in een nieuwe buiging te vertrekken. Of je cirkel / lijn te verkleinen.
• Mee in de richting van waar de voorhand vertrok. dit wordt het meeste gebruikt. Zo kan je de hulp voorhand verplaatsen gebruiken om gewicht van je paard zijn binnenschouder te halen of je paard te laten wijken naar een grotere lijn.