Opinie
“Adjust to fit the horse, not the other way around. I even sometimes need to treat them different on the left than on the right.”
– Buck Brannaman
Een samenwerking van LS Horsemanship en Horsemen’s compass.
Stromingen in het (natural) horsemanship zijn gebrand op dat de mens de alfa merrie voor het paard moet zijn. Toen de theorie enkele weken geleden ons pad terug kruiste gingen we hierover in gesprek. Voor ons is deze theorie verleden tijd. Tijd dus om er een blog over te schrijven!
In deze blog willen wij duiden dat de mens echter veel meer moet zijn als een alfa merrie. In de training van je paard ben je als een soort kameleon; je past je aan aan wat je paard nodig heeft.
Alfa merrie
Van waar komt de theorie alfa merrie?
In de omgang met ons paard moeten we een duidelijke leider zijn van het paard. Paarden in een kudde kunnen voor de kleinste signalen wijken voor hun leider. Volgens de alfa theorie moeten we steeds deze rol als leider opnemen.
Een veel gekende situatie is hierbij het respecteren van ‘ruimte’. Wanneer jij wandelt loopt je paard achter je, wanneer je stopt stopt je paard ook. Hij komt niet in je persoonlijke ruimte en jij ook niet zonder het vriendelijk te vragen.
Wanneer je paard in je ruimte komt corrigeer je hem door aan je touw te schudden en hem terug uit je ruimte te plaatsen.
Waarom geen alfa?
Vanuit de wetenschap:
De studie van Hartmann, Christensen, and McGreevy (2017) geeft aan dat dominantie niet altijd het sleutelwoord is in een paardenkudde. In deze studie wordt onder andere aangetoond hoe leiderschap verschilt van dominantie.
In de studie werden er onbekende merries en jonge paarden samen in een roundpen geplaatst. Hier werd bijna geen enkele ‘jaag’ actie van de merries opgenomen en waren er zelden agressieve interacties. De jonge paarden ontweken wel frequent de merries.
Paarden vertonen voornamelijk hiërarchische verschillen wanneer er competitie is omtrent eten. Dit is iets wat niet aanwezig is in een trainingssituatie en zeker nooit tussen mens en paard.
In tegenstelling zelfs blijkt de rollen van leiders in groepen van paarden te variëren. Paarden nemen een leiderschapsrol op zonder noodzakelijk de hoogste in rang te zijn zo kan het bijvoorbeeld verschillen bij het eten ten opzichte van een plaats in de schuilstal.
Hartmann, E., Christensen, J. W., & McGreevy, P. D. (2017). Dominance and Leadership: Useful Concepts in Human–Horse Interactions? Journal of Equine Veterinary Science, 52, 1-9. doi:10.1016/j.jevs.2017.01.015
Net zoals dieren leren paarden door positieve of negatieve gevolgen op hun gedrag en niet omdat ze de sociale rank van de mens kunnen aanvoelen.
Wat wel klopt is dat jongelingen de oudere en meer ervaren paarden volgen omdat zij een betere beslissing kunnen maken bij mogelijke bedreigingen. Er speelt echter meer een passieve leidersrol. De paarden stralen zekerheid en lopen rechtstreeks naar het eten. Waarop de andere paarden volgen. Er is minder actief leiderschapsgedrag zoals dwanggedrag, vocalisatie of lichaamshouding.
Daarom kan het aannemen van een (quasi) dominante leider houding van een paard weinig ethologische relevantie hebben vanuit het perspectief van het paard. Daarnaast blijft het betwijfelbaar of paarden mensen eigenlijk opnemen in hun sociale hiërarchie.
Ben wie je paard nodig heeft
Dit is ons antwoord op de vraag ‘welke rol met je dan opnemen’? Paarden hebben verschillende karakters. Er zijn paarden met snelle voeten, trage voeten, extrovert en introvert. Elk paard heeft andere motivatie en sturing. Een goede horseman past zich aan aan wat zijn paard nodig heeft.
Beter nog, je past je aan aan wat je paard op dat moment nodig heeft. Sommige paarden kunnen van dag tot dag een andere aanpak nodig hebben.
Enkele voorbeelden:
Paarden met trage voeten worden getriggerd en krijgen ineens hele snelle voeten: aanpak veranderen.
Sommige paarden zijn emotioneler op hun linker kant als op hun rechter kant: aanpak veranderen.
Je zenuwachtig paard is rustig en kalm geworden: aanpak veranderen.
I might be making a lot of mistakes but I’m not making the same I was making 30 years ago.
– Buck Brannaman
Trainen:
Wanneer we met ons paard willen werken moeten we hem of haar in eerste instantie naar zijn evenwicht toe werken. Dit wil zeggen dat we ervoor zorgen dat bange paarden zich op hun gemak voelen, slome paarden licht worden, agressieve paarden respectvol …
In dit evenwichtspunt kunnen we de paarden verder trainen, verfijnen en nieuwe elementen aanleren. Zoals bijvoorbeeld een goede balans.
Daarnaast verschilt de hoeveelheid druk die je gebruikt ook zeer veel met wat voor type paard je werkt en wat je paard nodig heeft. Voor het ene paard voelt het zwiepen van je touw als iets lastig dat aan zijn kin komt, voor het andere is het zoals tien monsters die plotseling in zijn kin komen bijten.
Het is hierbij belangrijke flexibel te zijn en toe te geven wanneer er iets niet werkt dan vast te houden aan één theorie en hierop vast te lopen of mee in de pinarie te geraken.
… ook een trainer, voornamelijk een partner
Wanneer een paard bij ons is leert hij elke seconde. Dit wil zeggen dat wij ook elke seconde bewust moeten zijn van ons gedrag. Dit wil niet zeggen dat wij elke seconde ons paard de trainer van ons paard moeten zijn.
Je paard heeft ook bevestiging en vriendschap nodig. Paarden kunnen in je ruimte komen om te snuffelen of contact te maken. Wanneer je dit niet toelaat ga je stress creëren. Je verplicht je paard om bij je te blijven maar hij mag niet echt bij je zijn.
Groetjes! Vragen zijn altijd welkom.
Isabel en Laura